Door Martine Jansen
Maarten Dekkers (81) is al jaren nauw betrokken bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog en diens bevrijders. Bevrijders die zo’n onuitwisbare indruk op hem maakten als kind. Naast rondleidingen in het Vrijheidsmuseum in Groesbeek, onderhoudt Maarten warme contacten met families van deze veteranen. En ieder jaar nog reist hij met groepen geïnteresseerden langs historische Eerste en Tweede Wereldoorlog-locaties in Nederland en België. Dit jaar is alles anders.
Het is februari 2020. Een nog onbekende, maar vliegensvlugge tegenstander baant zich een weg door het Europese continent. Op zijn pad legt het nietsontziend hele maatschappijen plat. Half maart is ook Nederland aan de beurt. Niet lang daarna krijgt Maarten Dekkers een telefoontje van de Canadese ambassade: Vanwege Covid-19 gaat het geplande bezoek van de Canadezen aan Nederland niet door. En nu zit Maarten, zoals hij zelf zegt, “een tweede keer in een oorlogssituatie.”
Maarten was zes jaar oud toen Nederland in 1945 door de Canadezen werd bevrijd van nazi-Duitsland. Hoewel hij een klein kind was tijdens de Tweede Wereldoorlog, weet hij nog goed hoe hij zich voelde. “De angst, de grijze uniformen en het geluid van de met metaal verzwaarde Duitse laarzen op straat. En dan ineens de Canadezen die door de straten reden. Als kind ben je je misschien niet zo bewust van alles, maar sommige dingen vergeet je nooit meer.”
Ook dat hij als jochie van zes ooit de woede van een voorbijfietsende Duitse soldaat op zijn hals haalde, is hem altijd bijgebleven. “Ik had de soldaat wat toegeroepen. Hij stapte van zijn fiets af en duwde de kolf van zijn geweer in mijn buik. Ik barstte van schrik in tranen uit. Mijn zus, die bij mij was, plaste van angst in haar broek. Ze heeft later nog wel eens gezegd, dat dat mijn redding is geweest. Zij, die in haar broek plaste. En dat denk ik ook.”
Inmiddels kijkt Maarten heel anders tegen Duitsers aan. De Tweede Wereldoorlog ligt ver achter ons. Tijden veranderen. Maar wat betreft de bevrijders is er voor Maarten niets veranderd. Zij staan nog altijd op een voetstuk. Maarten is dan ook nauw betrokken bij verschillende terugkerende én nieuwe evenementen, die de herinnering aan de bevrijders levend houden. Ieder jaar weer.
Maar alles moet nu worden uitgesteld. En met Covid-19 is de angst voor een vijand terug. “De dreiging is nu onzichtbaar en stil, maar ik ben wederom doodsbenauwd. Ik ben 81. Daarnaast heb ik ook nog maar 70% van mijn longcapaciteit. Een paar jaar geleden heb ik een operatie gehad. Er is een tumor verwijderd uit mijn long. De medici denken dat de tumor een overblijfsel is uit de oorlog. Een ingekapseld restant van de tbc die ik toen heb gehad. Ongelooflijk hè? Maar ik val dus in de risicogroep en ben erg voorzichtig.”
Ondanks de angst slaat Maarten de Nationale Herdenking en Bevrijdingsdag dit jaar niet over. “Misschien wandel ik gewoon zelf naar een militaire begraafplaats. Het is natuurlijk ontzettend jammer allemaal. Vooral omdat er steeds minder veteranen zijn die dit nog kunnen meemaken. Maar we verzetten het gewoon naar volgend jaar. 75-jaar wordt 76-jaar, 2020 wordt 2021. En op 5 mei gaat gewoon de vlag uit!”
Het verhaal van ooggetuige Maarten Dekkers is gepubliceerd op de site van VersPers.